Wie aan pensioensparen wil doen, begint daar best zo vroeg mogelijk mee. Op het einde van de rit is het verschil tussen 10 en 30 jaar sparen gigantisch.
Via het pensioensparen kan iedereen een extra kapitaaltje opbouwen tegen de pensioenleeftijd. Dat is ook aangewezen want de wettelijke pensioenen in België zijn laag. Wie zijn levensstandaard op peil wil houden, heeft best zelf wat spaargeld achter de hand.
Het pensioensparen wordt ook fiscaal aangemoedigd. Wie in 2020 maximaal 990 euro opzijzet voor later, krijgt een belastingvermindering van 30% van de gestorte bedragen. Bij een storting van dat grensbedrag moet je dus 990 x 30% of 297 euro minder belastingen betalen. Daarnaast bestaat een verhoogd plafond van 1.270 euro. Wie een bedrag tussen 990 euro en die 1.270 stort, heeft recht op een belastingvermindering van 25%. Bij een storting van 1.270 euro valt je belastingfactuur dus 317,50 euro lager uit. Meer dan 1.270 euro storten levert geen belastingvoordeel op. Door een beslissing van de regering blijven de plafonds ook de volgende jaren op dit peil gehandhaafd. Let wel: je hebt enkel nut van de belastingvermindering als je ook effectief belastingen verschuldigd bent.
Je kan kiezen tussen pensioensparen via een pensioenspaarfonds of een pensioenspaarverzekering. In het eerste geval worden je stortingen belegd in aandelen en obligaties en hangt de opbouw van je kapitaal volledig af van de evoluties op de beurs. In het tweede geval wordt je geld in een spaarverzekering met een gewaarborgde minimumrente gestopt, waarbij je nog een extra winstdeelneming kan krijgen als de maatschappij je storting met winst kan herbeleggen.
Je keuze hangt af van je risico-appetijt. Met een pensioenspaarfonds kan je een hogere opbrengst halen, maar als de beurzen tegenzitten, kan je ook geld verliezen. Bij een pensioenspaarverzekering is het potentieel rendement beperkter, maar is er geen terugval mogelijk.
Je mag storten vanaf je 18de verjaardag tot 31 december van het jaar waarin je 64 wordt. Het is echter aan te bevelen daar al vroeg mee te starten. Voer je bijvoorbeeld tien stortingen uit van 990 euro - voor de eenvoud houden we even geen rekening met indexeringen - dan heb je 9.900 euro gespaard. Bij een jaarlijks hypothetisch rendement van 2% zou dat een kapitaal van 10.840 euro opleveren. Bij een hypothetisch rendement van 5% zou dat kunnen stijgen tot 12.452 euro. Doe je dat dertig jaar lang, dan zou je 29.700 euro sparen. Bij een jaarlijks hypothetisch rendement van 2% zou je aan een som van 40.162 euro kunnen komen, bij een hypothetisch rendement van 5% zou je mogelijks aan 65.540 euro kunnen komen. Tijdig beginnen met sparen maakt dus een wereld van verschil.
De rendementen van 2% en 5%, die we hier louter als fictieve voorbeelden nemen om het effect van een lange spaarinspanning te demonstreren, mogen in de huidige context misschien hoog lijken. De fondsenorganisatie Beama bekende eind juni niettemin dat de pensioenfondsen in ons land over de afgelopen 10 jaar een gemiddeld jaarlijks rendement van 4,9% haalden. Over de afgelopen 25 jaar bedroeg het zelfs 6,1%.
De federale regering beloofde trouwens een bijdrage te leveren door het vereenvoudigen van de administratieve verplichtingen voor de aanvullende pensioenen, wat het rendement ervan ten goede kan komen.